Onterving kind: legitieme portie

Kinderen kunnen in een testament worden onterfd. Zij worden dan geen erfgenaam. Wel geeft de wet bepaalde versterferfgenamen recht op een geldbedrag. Dit bedrag noemt men de legitieme portie. Degenen die op zo'n bedrag recht hebben, zijn de (klein)kinderen. Zij worden ook wel legitimarissen genoemd. Als een legitimaris berust in een onterving, ontvangt hij niets uit de nalatenschap. Berust hij niet, dan moet hij binnen 5 jaar zijn legitieme portie opeisen. Hiervoor hoeft de rechter niet te worden ingeschakeld. Een enkele duidelijke, liefst schriftelijke verklaring is voldoende. De legitieme portie bedraagt de helft van wat het kind zou hebben gekregen als er geen testament was, dus de helft van het versterferfdeel. De omvang van de legitieme portie wordt berekend in de waarde van de nalatenschap, vermeerderd of verminderd met bepaalde door de erflater gedane giften (schenkingen).

Willem overlijdt en laat na zijn vrouw Ineke en twee kinderen, Tessa en Roosje. Willem en Ineke zijn niet in gemeenschap van goederen gehuwd. Willem heeft in zijn testament Tessa onterfd. De nalatenschap is waard 120.000,-. Zijn twee erfgenamen zijn Ineke en Roosje. Zij erven ieder 60.000,-. Als Tessa niet zou zijn onterfd, bedroeg haar erfdeel op 1/3 x 120.000,- = 40.000,-. Haar legitieme portie bedraagt nu ½ x 1/3 x 120.000,- = 20.000,-.
Stel Willem heeft drie jaar voor zijn overlijden 15.000,- geschonken aan de stichting "Kat in nood". De legitieme portie bedraagt dan ½ x 1/3 x (120.000,- + 15.000,-) = 22.500,-.
Tessa krijgt dus een geldvordering van 20.000,- resp. 22.500,- op de erfgenamen Ineke en Roosje.
Stel Willem heeft in het verleden niet 15.000,- aan de stichting "Kat in nood" geschonken maar aan Tessa. In dat geval wordt de legitieme portie van Tessa verminderd met 15.000,-. Zij krijgt dan een geldvordering van 22.500,- minus 15.000,- = 7.500,-.

Zoals gezegd: als een kind een beroep doet op zijn legitieme portie, krijgt het een geldvordering. Dat betekent nog niet dat het kind daarmee direct zijn geld kan opeisen. Als de wettelijke verdeling van toepassing is, kan het onterfde kind pas het geld opeisen van de langstlevende echtgenoot na diens overlijden. Ook bij een testamentaire erfstelling kan de erflater bepalen dat de geldvordering niet kan worden opgeëist zolang de langstlevende echtgenoot nog leeft. Deze niet-opeisbaarheidsclausule kan ook worden gemaakt als de erflater met iemand samenwoont, op voorwaarde dat er een notariële samenlevingsovereenkomst is gesloten.

TOP