De vruchtgebruikvariant
In de vruchtgebruikvariant wordt slechts de 'bloot eigendom' van de woning overgedragen, terwijl de ouder(s) zich het levenslang recht van bewoning ofwel vruchtgebruik voorbehouden. Het verschil tussen het recht van bewoning en het vruchtgebruik is hierin gelegen, dat het bewoningsrecht niet kan worden vervreemd of bezwaard.
Het vruchtgebruik is een min of meer 'exploitabel' recht. De vruchtgebruiker hoeft er niet persé te wonen.
Deze kan het huis ook verhuren en de huuropbrengst ontvangen. Als de vruchtgebruiker het huis verlaat en dit vervolgens wordt verkocht heeft deze het vruchtgebruik van de verkoopopbrengst.
De opzet van deze variant is als volgt:
De ouders verkopen (of schenken) het woonhuis aan (bij voorkeur) alle kinderen, waarbij zij zich het woonrecht voorbehouden. Zonder vergoeding blijven de ouders in het huis wonen. Meestal wordt afgesproken dat alle kosten van onderhoud, reparatie en belastingen voor rekening van de ouders blijven. (Hierna wordt nog teruggekomen op de belastingaspecten.)
De waarde van het vruchtgebruik, en daardoor ook de waarde van de bloot-eigendom is afhankelijk van de leeftijd van de (vrucht)gebruiker, de ouder(s).
'Bloot'-eigendom is eigendom waaraan uw kind eigenlijk niets heeft omdat de ouder in het huis woont op grond van het zakelijke recht van vruchtgebruik. Hoe jonger de vruchtgebruiker is des te lager is de waarde van de bloot eigendom. Het duurt immers nog lange tijd voordat het vruchtgebruik eindigt en de bloot eigendom volle eigendom wordt.
Fiscaal zit hier een addertje onder het gras.
Met het verstrijken van de jaren neemt niet alleen de waarde van het huis toe maar groeit zoals gezegd de bloot eigendom naar volle eigendom. De waarde aan-groei zou onbelast zijn gebleven. Maar hier heeft de belastingdienst een stokje voor gestoken.
Als het (vrucht)gebruiksrecht van de ouders eindigt bij hun overlijden of korte tijd daarvoor (binnen 180 dagen), wordt de waarde van het huis voor de berekening van het erfbelasting bij de nalatenschap geteld. Echter niet getreurd, de waarde van de verkrijging van de woning mag namelijk worden verminderd met de koopsom van de bloot eigendom die destijds is betaald, plus het renteverlies, te stellen op 6% per jaar. Bovendien mag bij de bijtelling worden uitgegaan van de waarde van het huis op het moment van de overdracht en dus niet van de waarde bij overlijden van de ouder(s). De waardevermeerdering van het huis blijft zodoende onbelast.
Dit kan ook voorkomen worden doordat de ouders de woning gaan huren. Deze huur moet wel 6% van de WOZ-waarde per jaar bedragen.
B&L Notarissen zijn bereid om u op dit terrein nader te informeren.